top of page
Zoeken
Lotte Janssen

Messenbezit plaagt scholen


Messen zijn populair onder jongeren en scholen merken dat. Steeds vaker worden bij kluisjescontroles steekwapens gevonden. “In de regel doe ik aangifte, maar in de praktijk niet altijd.”


Jongeren mogen geen steekwapens meer kopen en ze ook niet in hun bezit hebben.’ Met dit nieuws opende op 11 november 2020 het achtuurjournaal. Een nieuwe wet zou een einde moeten maken aan de groei van het aantal steekincidenten onder jongeren. De cijfers spreken boekdelen. In drie jaar tijd verdubbelde het aantal steekincidenten waarbij jongeren betrokken waren (tot jaarlijks 380) en verdrievoudigde het aantal steekwapens dat bij jongeren in beslag werd genomen (tot jaarlijks 1286). Ook werd Nederland de afgelopen jaren enkele malen opgeschrikt door dodelijke steekpartijen. Zo werd in september 2019 de Amsterdamse rapper Jay-Ronne met een kapmes in zijn hals geslagen en bezweek in december van dat jaar de vijftienjarige Roan Brilstra aan zijn verwondingen na een steekpartij in een café in Drachten. Op scholen hebben de afgelopen paar jaar geen dodelijke steekincidenten plaatsgevonden maar dat lijkt een kwestie van tijd, als je veiligheidsadviseur Leon Meijs moet geloven: “Mijn hulp wordt regelmatig ingeroepen door scholen die niet meer weten ‘J hoe ze bepaalde groepen leerlingen kunnen bereiken. Dat zijn dan jongeren die zich nergens iets van aantrekken en die het gezag van docenten ondermijnen. Ook hoor ik steeds vaker dat scholen bij kluisjescontroles een toenemend aantal steekwapens aantreffen.” Dat beeld wordt bevestigd door Klaas Hiemstra, directeur van Stichting School en Veiligheid, de organisatie die Meijs vaak naar scholen stuurt als ze hulp nodig hebben bij calamiteiten. “Wij hebben het afgelopen jaar veel vragen van scholen over wapenbezit en kluisjescontroles binnengekregen”, zegt Hiemstra. “Waar het een paar jaar geleden nog ging over hoe je zo’n kluisjescontrole procedureel moest aanpakken, gaan de vragen nu over wat te doen met het groeiend aantal wapens dat daarbij wordt aangetroffen.”


‘Dat er steeds meer messen de Nederlandse scholen binnenkomen is evident’


DRILLRAP

Meijs wijst drillrap aan als katalysator van het messenbezit onder jongeren. Deze muziekstijl, overgewaaid vanuit de getto’s in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, verheerlijkt geweld. In zelfgemaakte filmpjes zien we groepen gemaskerde jongeren met messen en machetes zwaaien en gewelddadige taal uiten naar rivaliserende groepen. “De drillrapgroepen maken die filmpjes heel laagdrempelig, met de camera van een mobiel en een editprogramma op de computer, en zetten ze op YouTube waar ze duizenden, soms miljoenen keren gestreamd worden. Jongeren herkennen zich in de wereld die in de filmpjes getoond wordt.” Volgens Meijs zijn vooral jongeren in een uitzichtloze situatie gevoelig voor de gangstarap. “Ze zien armoede, hebben een eenzijdig sociaal netwerk, krijgen geen tegenspraak en het ontbreekt hen aan andere betekenisvolle relaties met mensen uit de mainstreamsamenleving. Vanuit deze situatie is de stap naar criminaliteit klein.” Een medewerker van een groot scholenbestuur die anoniem wil blijven, ziet straatcultuur de scholen binnenkomen. Leerlingen zeggen tegen hem: ‘Meneer, u denkt toch niet dat ik straks voor 1500 euro per maand een kantoor ga schoonmaken, terwijl ik op straat 500 euro op een avond kan verdienen.’





VUURWAPENS

In drillrap zijn het messen en machetes waarmee lustig wordt rondgezwaaid; vuurwapens zijn niet te zien in de Nederlandse filmpjes. Meijs: “Messen zijn goed betaalbaar en makkelijk verkrijgbaar, al heb ik van jongerenwerkers gehoord dat er nu ook steeds vaker vuurwapens opduiken in de scene, zelfs Kalasjnikovs.” Meijs verwacht niet dat de nieuwe wet die het kopen en in bezit hebben van steekwapens bij minderjarigen verbiedt, enig effect zal sorteren. “Denken we nu echt dat een veertienjarige niet aan een groot mes kan komen? Bovendien is verbieden niet de oplossing. Op het moment dat iets verboden is, wordt het aantrekkelijker.” Dat er steeds meer messen de Nederlandse scholen binnenkomen is evident. Bij Stichting School en Veiligheid horen ze vaak dat leerlingen die bij een kluisjescontrole tegen de lamp lopen, aangeven dat ze uit zelfbescherming het mes hebben meegenomen naar school.


WAARDENSYSTEEM

Een belemmerende factor bij de bestrijding van het messenbezit op scholen, vormen de afwijkende mores van de drillrapgroepen. Meijs: “Het waardensysteem laat zich het beste omschrijven als: schijt aan anderen, opkomen voor jezelf, hard zijn, niet zeuren als je een dreun krijgt, niets gaat boven onze groep. Verder ontkennen ze hun eigen verantwoordelijkheid – ‘hij heeft mij bedreigd dus het is zijn eigen schuld’– en zien ze in iedereen die kritiek heeft of hen veroordeelt meteen een vijand.” Een schooldirecteur die ook niet met name genoemd wil worden, heeft regelmatig te maken met het afwijkende waardenpatroon van de straatcultuur op haar school voor voortgezet speciaal onderwijs in de Randstad. “Wat heel sterk geldt, is dat je nooit snitcht”, vertelt ze. “Je kunt een leerling vragen van wie een gevonden steekwapen is, maar daar krijg je nooit antwoord op.” Wat werkt dan wel? “Zorg voor een open, niet normerende houding”, zegt de directeur van de vso-school. “En zodra een leerling een splintertje informatie geeft, moet je oprecht willen weten: hoe is dat voor jou, in welke positie brengt dit je nu?. Als je als individu openstaat voor informatie en persoonlijke interesse in je leerlingen toont, dan maak je sneller verbinding. Alleen vanuit die vertrouwensrelatie kun je proberen te



‘We zien meldingen uit het hele land, niet alleen uit de Randstad’



begrenzen.” Op de vso-school controleren de directeur en haar collega’s vier à vijf keer per jaar de klusjes van de leerlingen, waarbij ook weleens een steekwapen wordt aangetroffen. In de regel wordt het wapen ingeleverd bij de politie en volgt een aangifte met naam en toenaam, maar niet altijd. “Het ligt eraan hoe plausibel het verhaal van de leerling in kwestie is en wat er voor hem op het spel staat”, zegt de directeur. “Soms verbergt iemand een wapen voor een ander. Doe ik aangifte dan krijgt de leerling een aantekening op zijn strafblad en raken we hem misschien wel kwijt, ook als maatschappij. Als je een betrouwbare partner wilt zijn voor je leerlingen, moet je naast duidelijke en voorspelbare grenzen stellen soms ook denken: je krijgt van mij het voordeel van de twijfel.” Toch ervaart de Randstedelijke vso-school dit als een duivels dilemma. “Je hebt ook te maken met de veiligheid van andere leerlingen”, zegt de directeur. “Stel je voor dat het in een later stadium toch misgaat, dan vergeef je dat jezelf nooit. Door soms geen aangifte te doen, maak ik de grens voor mezelf arbitrair. Overigens neem ik dat besluit nooit alleen, maar altijd in overleg met verschillende teamleden.”





IMAGO

Het afgelopen jaar waren diverse scholen in het nieuws vanwege geweldsincidenten of een sterke toename van het aantal gevonden steekwapens. Opvallend is dat die scholen nu niet willen meewerken aan een artikel over het onderwerp. Meijs denkt te weten waar dat aan ligt. “Als naar buiten komt dat er bij jou op school veel wapens rondgaan dan heeft dat zijn weerslag op je imago, en uiteindelijk op de populariteit van de school voor ouders. Wat ook speelt, is dat scholen niet weten hoe ze het probleem moeten tackelen; ze hebben niet de antwoorden op kritische vragen.” De directeur van de vso-school in de Randstad had in het verleden weleens contact met de pers had na een geweldsincident: “Eén ‘verkeerd’ woord in een nieuwsbericht kan bij sommige leerlingen de indruk wekken van ‘zie je wel, ze moeten ons niet’. Dan sta je als school meteen met 10-0 achter. Daarom ben ik nu zo voorzichtig.”


REFLEX

Volgens Meijs en Hiemstra is het messenprobleem op scholen exemplarisch voor een veel groter, maatschappelijk probleem. Meijs: “Als we dit willen oplossen moeten we het eerst begrijpen. Blijkbaar hebben we een parallelle samenleving laten ontstaan waarin jongeren zich niet meer gehoord, gezien en erkend voelen; bij wie een verkeerde keuze in de puberteit leidt tot een crimineel leven.” Meijs hoort in het onderwijs weleens de reflex ‘moeten wij daar weer een rol in spelen?’. “Ja, antwoord ik dan. Het onderwijs heeft ook als taak om mensen ‘op te voeden’ tot verantwoordelijke burgers. Als de school dit niet doet, dan worden deze jongeren nergens op het juiste pad gezet.”


‘Door soms geen

aangifte te doen, maak ik de grens

voor mezelf arbitrair'


Gemeentes zijn er inmiddels wel van doordrongen dat er meer moet gebeuren dan optreden en verbieden, constateert Hiemstra. Ook beseffen ze dat het een gezamenlijk probleem is dat gezamenlijk moeten worden aangepakt, samen met de scholen, politie en jeugdzorg. En voor mensen in het onderwijs die vanaf de zijlijn roepen dat dit een grootstedelijk probleem is, heeft hij nog een boodschap. “We zien dat meldingen en hulpverzoeken uit het hele land komen, en niet alleen uit de Randstad. Het probleem speelt trouwens ook al in het primair onderwijs. Laatst hadden we nog een leerkracht aan de lijn die twijfelde of zijn aanpak van een leerling die met een mes naar school kwam omdat hij zich bedreigd voelde, wel de juiste was geweest. Hij had afgesproken dat de leerling in kwestie het mes niet mee de school in zou nemen maar het zou verstoppen in de bosjes om het daarna weer mee naar huis te nemen. Mooi dat je op zo’n moment de leerling volgt in zijn redenering maar dat is natuurlijk heel onverantwoord.”



Onderwijs en samenleving Tekst: Richard Hassink Beeld: Typetank



5 weergaven0 opmerkingen

Comentarios


bottom of page